Een mens wordt geboren met een eigenheid en ontmoet de eigenheid van haar of zijn omgeving. De ontwikkeling van onze eigenheid vindt plaats in een ‘dans’ met de omgeving. We ontwikkelen een ‘ik’ doordat we de ander en het andere in ons toelaten. We ontwikkelen ons van kleins af aan in een ritmische beweging van uitreiken en terugtrekken, van verbinden en terugkeren naar onszelf, waarbij we steeds meer van onze omgeving in onszelf leren integreren. Een Ik is daarom eigenlijk geen ik maar een ik-jij, een ik-wij. Ons besef van wie we zijn en ons vermogen ons eigen leven gestalte te geven wordt door een constante stroom van niet-ik impulsen mede gevormd.
De regendruppel in het spinnenweb
Stel je een spinnenweb voor na een zachte regenbui. In ieder kruispunt van de draadjes hangt een waterdruppel. In iedere waterdruppel is in het klein het hele web te zien.
Dit beeld kan ons helpen om onze diepste aard te begrijpen, onze eigenheid maar ook onze verbinding met het hele web van het leven. Ons ik is als het ware een kruispunt waarbij ruimte en tijd elkaar ontmoeten. Dat klinkt misschien abstract, maar het is heel concreet:
Ons ik als uitdrukking van het hele web
Ons individuele leven wordt constant beïnvloed door impulsen van buitenaf. We zijn wezens die diep gevormd worden door invloeden van onze ouders, familie, buurt, gemeenschap en maatschappij. Onze eigenheid ontmoet daarnaast een specifieke cultuur en de erbij horende tijdsgeest en zal onze eigenheid modificeren.
Ons brein en autonome zenuwstelsel zijn werktuigen van samenwerking, het zijn relatie-zintuigen. We zijn een inter-afhankelijke potentie i.p.v. een afgebakende en gescheiden persoonlijkheid. Dit wordt zowel door oeroude wijsheidstradities als door moderne neurowetenschappen bevestigd.
Het Ik blijkt onvindbaar
In het boeddhisme wordt erover gesproken dat het ‘ik’ een illusie is. Een van de drie kenmerken van het bestaan is anatta: er is geen zelf.
De interpersoonlijke neurobiologie maakt ons duidelijk dat een ‘ik’ altijd ontstaat in de dans met de omgeving. In het brein is geen ‘ik’ te vinden. Wel zijn er allerlei delen in ons brein die in de loop van de ontwikkeling een gevoel van ‘zelf’ vormen (zie Bessel van der Kolk, Traumasporen, pag.132). Zie hier hoe oude wijsheidstradities en huidige wetenschappen elkaar weten te vinden.
De mandala van inter-zijn
Ons ik als uitdrukking van de evolutie in de tijd
Daarnaast zijn we ook de uitdrukking van een evolutie in de tijd. We dragen niet alleen het DNA van onze ouders in ons, maar ook van onze grootouders en voorouders. We zijn zo ook verbonden met onze geschiedenis en beïnvloed door de geschiedenis van onze voorouders. En als we nog verder teruggaan dan kunnen we ook zeggen dat we miljoenen jaren evolutie in ons dragen. Het menselijke embryo doorloopt die evolutie in ‘sneltreinvaart’ door voor korte tijd vormen aan te nemen van vissen, reptielen en zoogdieren voordat het de vorm aanneemt van een menselijk embryo.
Maar niet alleen het verleden is op deze manier in ons aanwezig. Ook dragen we de toekomst in ons. Heel letterlijk in de vorm van onze kinderen en kleinkinderen. Maar ook als we geen kinderen en kleinkinderen hebben zijn we mede-scheppers van de toekomst. We bouwen aan de toekomst door ons vermogen onszelf uit te drukken in werk en leven. Door mede te bouwen aan de wereld, door het mede creëren van nieuwe ontwikkelingen. Door ons vermogen ons de toekomst voor te stellen en dit in handelen manifest te maken worden we medescheppers in de evolutie.
Zo wordt ons Ik een uitdrukking van een specifiek punt van potentie en ontwikkeling in tijd en ruimte.
Een Ik is een ik-jij, een ik-wij, een super-intelligente biocomputer, die door miljoenen jaren heen gevormd is om ons nu in tijd en ruimte aan de evolutie deel te laten nemen.
Ons besef van wie we zijn en ons vermogen ons eigen leven te vormen is een constant inter-zijn in tijd en ruimte.
Meditatieve verkenning van ik-wij-ruimtes
Voorbereiding:
- Ga zitten en neem de tijd om het je gemakkelijk te maken. Misschien is er een neiging om nog wat te bewegen. Misschien wil je jezelf uitrekken, misschien je ledematen aanraken, afstrijken of vriendelijke klopjes geven. Volg de impulsen die uit je lijf komen.
- Laat nu je bewegingen tot rust komen en voel na. Wat is nu levendig in je lijf? Wat is rustig of kalm? Welke gebieden in je lijf zijn plezierig en aangenaam om te voelen? (Gebruik deze als veiligheidsankers als een verkenning in de volgende meditatie mogelijk te veel lijkt te worden.)
- Laat deze levendige of kalme gebieden op de voorgrond komen, zonder te ontkennen dat er wellicht ook gespannen of ongemakkelijke gevoelens zijn in je lijf.
- Gun jezelf tijd en ruimte. Wat merk je hierbij op?
Oefening:
- Richt nu je aandacht op het volgende:
herinner je de mensen met wie jij je eigen huis of woning deelt. Misschien is dat je familie, misschien een partner en/of kinderen, misschien zijn er huisdieren. - Ontstaan er gedachten of beelden? En zo ja, wat voor een sfeer hebben die?
- Neem waar hoe je lichaam hierop reageert. Verandert er iets in de reactie van je autonome zenuwstelsel? Welk deel of welke delen reageren in je lichaam op deze voorstelling?
- Blijf dicht bij de sensorische waarneming van je lijf. Misschien dat er iets gaat stromen. Misschien ontstaat er juist een gevoel van vastheid. Misschien dat de temperatuur van (een deel van) je lijf verandert. Misschien dat er prikkelingen of tintelingen ontstaan, lichtheid of zwaarte. Alles is waardevolle informatie. Mocht je een reactie als ’teveel’ ervaren, navigeer dan naar een van je veiligheidsankers. (Dit kun je ten allen tijde doen, tijdens deze hele meditatieve verkenning.)
- Maak nu je aandacht wat groter en stel je voor dat ook de buurt waar je woont een soort wij-veld of wij-ruimte is met een bepaalde sfeer, die ons autonome zenuwstelsel op kan vangen.
- Hoe reageert je lijf op deze voorstelling? Weet, dat je autonome zenuwstelsel vanzelf reageert, jij hoeft niets te doen. Jij bent ook voor niets verantwoordelijk. Ons autonome zenuwstelsel reageert nu eenmaal vanzelf. Merk simpelweg op wat er samen met de voorstelling van je buurt in jezelf verandert. Wees nieuwsgierig, laat eventuele interpretaties en oordelen los.
- Richt je aandacht nu op de groep mensen waarmee jij samenwerkt in de een of andere vorm: jouw team, jouw vereniging, jouw vriendinnen…welke sfeer ervaar je dan? Als deze sfeer zich zou uitdrukken in je lijf, hoe reageert dan je autonome zenuwstelsel?
- Verleg nu je aandacht naar een nog groter sociaal geheel. Hoe zou het zijn om je hele dorp, streek of stad te beschouwen als een wij-veld met een typische sfeer, met typische kenmerken?
- Wat gebeurt er nu in je lijf en autonome zenuwstelsel? Nodig jezelf uit om onbevangen waar te nemen. Laat eventuele verwachtingen of oordelen los.
- Laat nu je bewustzijn nog ruimer worden en richt je op de sfeer van heel Nederland (of je eigen land, waar jij nu woont). Wat voor een wij-veld duikt dan op? En wat doet dit met je sensitieve bio-computer, je lijf?
- Voelt het Nederlandse wij-veld anders dan het Franse? Of het Duitse? Anders dan het Italiaanse?
- Zou jouw autonome zenuwstelsel ook een Europees wij-veld kunnen voelen? En voelt dat anders dan het Afrikaanse of Amerikaanse wij-veld?
- Zou je je tenslotte de hele wereldgemeenschap kunnen voorstellen als één groot wij-veld? Hoe wordt dit ontvangen door je autonome zenuwstelsel?
- Zou je de aarde als geheel kunnen voorstellen als een groot levend wezen, waarmee je voeling kunt hebben? Wat gebeurt er dan in je lijf?
- Ga tenslotte weer terug door je ruimte van aandacht geleidelijk te verkleinen: naar continent, land, stad of dorp, je buurt en je eigen huis, je eigen plek hier en nu.
- Hoe is het om nu opnieuw gewaar te zijn van je eigen persoonlijke wij-veld met jezelf, met je eigen landschap van je lichaam, je gevoelens en je geest?
- Voelt dit anders dan in het begin? En zo ja, hoe?
Reizen in de tijd
Zo zou je natuurlijk ook een tijdreis kunnen maken met als basis de autonome reacties in je lijf terwijl je contact maakt met het verleden en met de toekomst. Volg dan de tijdlijn die je ziet in de mandala van inter-zijn: van Ik-naar-verleden en van Ik-naar-de-toekomst