Je bekijkt nu De Polyvagaaltheorie bij mindfulness

De Polyvagaaltheorie bij mindfulness

Blog 7 in de serie trauma-sensitieve mindfulness

Wat is de polyvagaaltheorie?

En wat heeft de polyvagaaltheorie ons te bieden als we trauma-geïnformeerd met mindfulness willen werken?

Het antwoord is simpel: Door de polyvagaaltheorie kunnen we verklaren hoe en waarom lichaamsbewustzijn werkt. Mindfulness krijgt hierdoor een neurowetenschappelijke onderbouwing. Maar dat is niet de enige zegen. Kennis over de polyvagaaltheorie geeft ons ook praktische handvaten in de begeleiding. We leren ons eigen zenuwstelsel en dat van anderen verfijnd en precies te lezen en kunnen van hieruit deze kennis precies en verfijnd toepassen in de begeleiding.

Bovendien krijgen we zicht op de tekenen van veiligheid en onveiligheid, en zijn hierdoor beter in staat om een veilige leeromgeving te creëren.

Waar gaat de polyvagaaltheorie eigenlijk over?

De polyvagaaltheorie beschrijft de werking van ons autonome zenuwstelsel, waarbij we onze omgeving lezen op veilige en onveilige tekenen. De polyvagaaltheorie is door Stephan Porges ontwikkeld. Hij noemde dit scannend vermogen van ons autonome zenuwstelsel neuroceptie. Neuroceptie is het vermogen om gevoelig te zijn voor veiligheid en onveiligheid in onze omgeving. En aangezien we deze gevoeligheid ontwikkelen binnen een sociale gemeenschap is het dus ten diepste ook een sociaal zintuig. Het autonome zenuwstelsel zou je daarom kunnen zien als een wij-zintuig. Een wij-zintuig dat uit drie verschillende systemen bestaat die fijnzinnig met elkaar samenwerken. Deze samenwerking wordt in de polyvagaaltheorie beschreven.

Hoe gaat dat in zijn werk?

Ons autonome zenuwstelsel bestaat uit drie verschillende zenuwsystemen die zich in de loop van de evolutie ontwikkeld hebben om voor ons overleven en daarmee voor onze veiligheid te zorgen. Alle drie hebben ze de taak om gevaar te scannen en naar veiligheid te zoeken.  Deze drie systemen functioneren buiten onze wil om. Ze vertalen zich in fysiologische reacties, die volledig automatisch werken. Ze overkomen ons. We kunnen ze niet met onze wil aansturen. Je zou kunnen zeggen, dat ze onze ruimte-scannende ‘automatische piloot’ zijn.

Het goede nieuws is: we kunnen deze automatische lichaamsreacties erkennen en bewust opmerken, net zoals we de automatische piloot in onze gedachtewereld op kunnen merken. En dit bewust opmerken van gevoelens van veiligheid of onveiligheid biedt dan een ruimte, waarbij we kunnen kiezen hoe we willen reageren. Hier is de training in mindfulness dus een belangrijk gereedschap om onszelf met onze automatische lichaamsresponsen op te vangen en te reguleren.

Maar laten we eerst kijken hoe de drie veiligheidssystemen van ons autonome zenuwstelsel werken:

De drie delen van onze ‘ruimtescanner’

  • In het plaatje hiernaast zie je de blauw getekende zenuwbanen. Dit is het evolutionair jongste systeem – de ventrale vagus – ook aangeduid met de naam ‘het sociale zenuwstelsel’. Het omvat het gezicht, nek, ogen, neus, oren, kaken en hart. De vele kleine spiertjes in ons gezicht worden door dit systeem aangestuurd. Bij veiligheid zorgt dit systeem voor een gevoel erbij te horen en verbonden te zijn. We leren hier voor veiligheid te zorgen middels empathische afstemming op de ander of de groep: een glimlach, een vriendelijke blik, een aangename stem communiceert veiligheid. We voelen ons gezien en geven tekenen dat we de ander zien. Als de ventrale vagus op veilig staat dan is de rest van ons autonome zenuwstelsel ook in de veilige modus. Als de communicatie met onze sociale omgeving goed gaat hoeven we niet te vechten, te vluchten of ons stil te houden.
    Maar ook bij onveiligheid reageert de ventrale vagus. Een frons, naar beneden getrokken mondhoeken, een harde stem, ogen, die zich afwenden, dat communiceert onveiligheid. We voelen ons dan niet gezien, afgekeurd of buitengesloten. Als het tenslotte helemaal niet meer lukt de ander met woorden en gebaren te bereiken, dan vallen we terug op een ouder overlevingssysteem: de sympathicus. We gaan vluchten of vechten.
  • Het bruin-gele systeem is de sympathicus. Bij veiligheid draagt dit zenuwsysteem bij aan voldoening: we kunnen grijpen en pakken wat we nodig hebben: eten en drinken, kleren, beschutting. Maar ook immateriële behoeften zoals bevredigende lesstof, een goed gesprek met een collega of vriend of een uitdaging die tot een mooi resultaat leidt.
    Bij onveiligheid zorgt dit systeem voor actief afweren, vechten of vluchten. We maken hiervan gebruik als onze sociale afstemmingssysteem – de ventrale vagus – niet langer meer werkt. We raken geïrriteerd of gefrustreerd, de stem wordt harder, we worden defensief, voelen ons aangevallen of bekritiseren anderen. We onderbreken in feite het contact en over blijft vechten of vluchten.
  • Het rode systeem is de dorsale vagus. Bij veiligheid zorgt dit systeem voor ontspanning, uitrusten, genieten en herstellen.
    Bij onveiligheid zorgt dit systeem ervoor dat we ‘onzichtbaar’ worden door terug te trekken of bij de allerhoogste nood zelfs te verslappen of flauw te vallen. In het dagelijkse leven kan zich dit b.v. uiten door gevoelens van futloosheid of machteloosheid. We voelen ons leeg, zijn volgzaam en gedwee, niet in staat te reageren. Dit is het evolutionair oudste systeem voor overleven. We gebruiken het als vechten en vluchten niet meer helpt.

In de praktijk van elke dag zou het er zo uit kunnen zien:

Zodra er een ander mens in onze ruimte verschijnt registreert ons autonome zenuwstelsel feilloos de aanwezigheid van de ander. We tasten af of de ander veilig is of onveilig (via de dorsale vagus). We onderzoeken of het contact ons tevreden maakt of onbevredigend is (via de sympathicus). En ten slotte onderzoeken we of we sociaal gewild, gewaardeerd en gezien worden of dat het tegendeel het geval is (via de ventrale vagus, lees in deze blog er meer over).

Zijn deze drie systemen in balans en staan ze ‘op veilig’ dan ervaren we gemak, plezier en vertrouwen in het leven en in het samenzijn met anderen. Het is als het ware het fundament dat nodig is willen we in ons leven, onze relaties en in onze gemeenschappen floreren.

Ons autonome zenuwstelsel op veilig zetten

Het mooie is dat we deze drie zenuwsystemen actief kunnen beïnvloeden richting veiligheid door onze aandacht te richten op de ervaring van fysiek welzijn, en door herinneringen op te roepen aan momenten van voldoening en verbinding. We beïnvloeden zodoende de dorsale vagus, de sympathicus en de ventrale vagus richting veiligheid.
Mindfulness is hierbij een belangrijke bondgenoot. We hebben in deze exploratie namelijk de basishouding van open, nieuwsgierige en niet oordelende aandacht nodig.

In de volgende partneroefening kun je dit zelf ontdekken:

Oefening: De drie dimensies van het ‘wij’

Ga met je partner op een rustige plek zitten. Spreek met elkaar af wie als eerste de rol heeft van de luisteraar.

Neem de tijd om de goede afstand en hoek tot elkaar te bepalen. Vertrouw daarbij op de natuurlijke sensitiviteit van je lichaam. Welke afstand is te ver weg, of juist te dichtbij? Wanneer is het precies goed? Wil je tegenover elkaar zitten, of enigszins naast elkaar?

Heeft ieder van jullie een goede plek gevonden? Geef dan nu eerst aandacht aan de sensaties in je lijf en het bewegen van je adem. Voel de middellijn van je lichaam die loopt tussen stuitje en kruin.

Neem dan de tijd om jullie gezamenlijke ruimte van aanwezigheid op te merken. Jullie wij-zintuig wordt wakker en bewust.

Je partner wordt nu uitgenodigd 3 minuten te spreken door steeds weer de volgende zin te gebruiken:

Ik voel me veilig als…

Als spreker mag jij jezelf de tijd gunnen om naar de woorden te luisteren die er op willen komen om de zin af te maken. Gun jezelf tijd. Stiltes zijn vaak een belangrijk onderdeel bij de verkenning van het thema. Als mindfulness-beoefenaar kun je natuurlijk hier ook weer aandacht geven aan hoe je lijf reageert en hoe je stemming mogelijk verandert.

Als luisteraar ben jij open voor de aanwezigheid van je partner. Neem de sfeer waar die er in jou is in resonantie op jullie samenzijn. Merk op hoe jij reageert op fijne of ongemakkelijke elementen in het onderzoek van je partner. Kun je present blijven? Blijf contact houden met je eigen lichaamsgevoel. Breng je concentratie steeds weer terug naar een open en ontvankelijk luisteren.

Wissel dan van rol.

Na drie minuten ga je door naar de volgende verkenning. De spreker wordt nu uitgenodigd met de volgende zin te beginnen:

Ik voel me tevreden, als…

Neem als spreker na elk antwoord de tijd om te voelen hoe dit in je lichaam voelt, dat je gemoedstoestand wellicht verandert en wat je voelt resoneren in jullie sensitieve ruimte van samenzijn.
Wissel na drie minuten weer van rol.

Ga nu door met het derde onderzoek. De spreker wordt nu uitgenodigd de volgende zin af te maken:

Ik voel me in verbinding, als…

Neem als spreker weer de tijd om te voelen hoe je lichaam op dit onderzoek reageert, hoe je gemoedstoestand wellicht beïnvloed wordt en wat er gebeurt in jullie sensitieve ruimte van samenzijn.
Wissel na drie minuten weer van rol.

Rond af door met elkaar uit te wisselen wat dit spreken en luisteren met je doet.

Hoe is het voor jezelf? Hoe is het nu in je lichaam?

Hoe neem je de ander waar?

En wat neem je waar in jullie gezamenlijke ruimte, de wij-ruimte?

Welke sfeer is er ontstaan door dit onderzoek?

Heeft deze oefening bijgedragen aan een gevoel van veiligheid, tevredenheid en verbinding?

En zo ja, hoe voelt dat in je lichaam?

Meer lezen over trauma-sensitieve mindfulness? Ga dan naar ‘categorieën’ (rechts naast deze blog) en zoek op ‘Trauma-sensitieve mindfulness’.

Deze blog is geschreven door Dorle Lommatzsch, hoofddocent aan de de Academie voor Open Bewustzijn.

De Academie verzorgt sinds 2010 opleidingen, workshops en trainingen op het gebied van mindfulness en communicatie. We zetten ons in voor vredesonderwijs en maatschappelijke vernieuwing in allerlei vormen. Klik hier en lees meer over ons aanbod.