Je bekijkt nu De trauma-paradox

De trauma-paradox

We zijn gemaakt voor leven in heelheid en leven in verbinding. Zonder verbindingen met andere levende wezens zouden we niet kunnen overleven. We worden wie we zijn door ons gehoord, gezien en gevoeld te voelen. We kunnen ontdekken wie we zijn als we hierbij gewaardeerd en gerespecteerd worden. We kunnen onze eigenheid ontwikkelen als we de ervaring opdoen dat we belangrijk zijn en ertoe doen. We leren te worden wie we zijn door de constante interactieve beweging tussen mij en de ander(en). Ons brein en ons autonome zenuwstelsel zijn hiervoor gemaakt. Zowel ons brein als ons autonome zenuwstelsel zijn relatie-zintuigen.

De intelligentie van de evolutie

Ons autonome zenuwstelsel en ons brein, ons hele lichaam is een uitkomst van de evolutie. De evolutie die zich in ons mensen enerzijds steeds meer verfijnt en anderzijds steeds meer verschillende functies met elkaar integreert. Daniel Siegel (professor in de psychiatrie en specialist in de interpersoonlijke neurobiologie) spreekt van een proces waarbij er in ons brein steeds meer differentiatie én integratie plaats vindt. Dit leerproces is echter geen geïsoleerd leerproces. Ons brein en autonome zenuwstelsel hebben de functie om te leren van wat en wie we ontmoeten. Wij zijn, zoals de boeddhistische leraar Thich Nhat Hanh zegt, inter-beings. Wij zijn ik-wij-wezens. Onze eigenheid leeft en ontwikkelt zich in een constante uitwisseling met het andere.

Als het mis gaat

Deze dans van  samen leren en groeien gaat natuurlijk niet altijd goed. Het kan zijn dat we uit onze directe omgeving niet de resonantie ontvangen die we nodig hebben. Het kan zijn dat resonantie ontbreekt. Het kan zijn dat het contact dat we dagelijks met anderen ervaren onveilig is. Misschien door fysiek of geestelijk geweld. Misschien door verwaarlozing en het ontbreken van warme en koesterende aanwezigheid van een nabije ander. Soms ook heel subtiel: we zijn te levendig en worden gesommeerd om stil te zijn. Of we zijn te stil, en worden geacht om ons meer te laten horen.

Het leren van onveiligheid

Als we dissonantie, agressie of afwezigheid in onze jonge jaren dagelijks meemaken, dan ontstaat er een merkwaardige paradox: we leren dat daar waar het onveilig is mijn thuis is. We leren een afwezige ouder, een agressieve ouder, een achteloze of respectloze ouder ‘normaal’ te vinden. We raken eraan gewend dat het samenleven met anderen verstoord is, onafgestemd of ongevoelig. We raken eraan gewend dat ons thuis onveilig is. Ons basisgevoel waarin wij leren ons in het leven te oriënteren wordt meer en meer gevormd door de ervaring van onveiligheid en gebrek aan echt contact. Dat is wat we gewend zijn. En wat we gewend zijn beschouwt ons brein en autonome zenuwstelsel als veilig. We hebben het immers tot nu toe hiermee overleefd.

Onveiligheid wordt normaal

Hier ontstaat de trauma-paradox. We leren: onvriendelijkheid is normaal, dus veilig. Maar ook andersom: vriendelijkheid is niet normaal, dus onveilig.
Of: onverschilligheid is normaal, dus veilig. Maar ook andersom: liefdevolle betrokkenheid is niet normaal, dus onveilig.
En ook deze variatie: contact is onaangenaam en in potentie bedreigend. Dus, contact is onveilig, geen contact is veilig.
Vaak vinden we dan een oplossing door ons van sociale contacten terug te trekken. We kunnen alleen even vrij ademen, als er niemand in de buurt is. Het alleen-zijn wordt dan een moment waarin mijn lijf en geest even kan ontspannen, even tot rust kan komen.
Soms vinden we ook een oplossing door onze gevoeligheid terug te trekken en raken we gewend aan een samenleven zonder precieze en fijne afstemming. We ontwikkelen een olifantshuid en hebben zogenaamd nergens last van.

Gemaakt voor samenleven

We zijn gemaakt voor inter-zijn, voor leven in constante uitwisseling met onze omgeving. Het ontwerp van de mens – ons DNA – is gemaakt voor gezondheid en gezondheid is in-verbinding-zijn. Zelfs trauma-reacties zijn onderdeel van dit ‘gezondheids-ontwerp’ en dienen het samenleven. Afsplitsing, fragmentatie en dissociatie – de tekenen van niet verwerkte overweldigende ervaringen – dienen ertoe het geheel zo optimaal te laten overleven, zodat we toch nog kunnen samenleven. Het is overduidelijk dat zo’n trauma-reactie van isolatie en terugtrekking nog geen integratie is, maar een tussenfase die uiteindelijk vraagt om verwerking. En verwerking wil zeggen: ik kan me opnieuw verbinden daar waar ik me ooit moest isoleren of terugtrekken.

Een nieuwe levensfase

Zodra onze levenssituatie het toelaat, zoeken we instinctief weer naar heelheid. Het afgesplitste deel laat zich horen en wil weer meedoen. Maar we zitten wel met een conditionering waarin we in de war zijn geraakt over wat veilig en gezond samenleven is. We hebben immers leren overleven in een omgeving, waarin contact onveilig of afwezig was. We hebben leren overleven in een omgeving waar onvriendelijkheid, grofheid of afwezigheid de norm was. Ons brein is nu geconditioneerd om dit als veilig te beschouwen. We hebben immers hiermee overleefd.

Als we dan in een volgende levensfase iemand ontmoeten die oprecht vriendelijk is, dan kunnen we dit niet zomaar aannemen. Sterker nog: de vriendelijkheid kan ongemakkelijk of zelfs bedreigend voelen, want past niet bij wat wij geleerd hebben over veiligheid.

Wat moet ik met vriendelijkheid?

In zo’n nieuwe levensfase openen we ons misschien voor een relatie maar merken dat we in de relatie ook steeds weer weg willen. We merken dat we oprechte tederheid en respect wantrouwen of misschien zelfs verachtelijk vinden, tekenen van zwakheid.
Gezonde interacties kunnen onwennig voelen, of zelfs onaantrekkelijk. Gezonde interacties kunnen wantrouwen oproepen. Gemeende vriendelijkheid kan cynisme oproepen.
We zijn in de war over veilig en onveilig. We zijn in de war over contact en samenleven. Ons brein en autonome zenuwstelsel – ons wij-zintuig – heeft geleerd de zaken om te draaien.

De trauma-paradox  

  • Veilig contact (oprechte vriendelijkheid, levendigheid, verbinding en afgestemde resonantie ) voelt onveilig.
  • Onveilig contact (grofheid, agressie, minachting, onverschilligheid, kilte) voelt vertrouwd, dus veilig.

De fase van onwennigheid

Als we de trauma-paradox eenmaal ontdekt hebben, dan is dat een eerste stap om uit de verwarring te komen. Een tweede stap zou kunnen zijn om ons weer voorzichtig te openen voor een vriend door wie we ons wél gezien, gehoord en gevoeld voelen. Het eerste gevoel wat dan vaak opduikt is onwennigheid. We voelen ons onwennig met levendigheid, met vriendelijkheid, met respect of behoedzaamheid van de ander. We voelen ons onwennig met betrouwbaarheid.
We hebben zelfs in ons lichaam onwennige reacties. We merken dat onze levensenergie weer gaat stromen en zijn bang dat dit onszelf of anderen schade berokkend. We voelen vaak letterlijk meer hitte in ons lichaam en zijn bang dat dit misschien uitmondt in agressie die we niet kunnen beheersen.

Dan is het belangrijk om te weten dat onwennigheid een normaal gevoel is. Een gevoel dat we met respect mogen bejegenen. Een gevoel dat – mits met begrip en acceptatie ontvangen – een nodige tussenfase is. Een gevoel dat ook weer op zal lossen in een proces waarbij we langzaamaan weer gewend raken aan opbouwende, veilige en voedende relaties.

Een uitdagende oefening

Bij trauma-sensitieve mindfulness werken we zowel met meditatieve werkvormen (auto-regulatie oefeningen) als met meditatieve spreek- en luisteroefeningen (co-regulatie oefeningen). De bedoeling is hierbij om het brein en autonome zenuwstelsel te laten wennen aan echte veiligheid in relaties. Dat kan voor sommige deelnemers onwennig zijn.

Hiervoor is het goed om van de trauma-paradox op de hoogte te zijn.
Want een onschuldige vraag zoals: ‘wat is voor jou veiligheid?’ of: ‘vertel me iets over verbondenheid’ kan zoals we gezien hebben juist tegengestelde gevoelens van onveiligheid oproepen. In de compassie-training is dit trouwens een bekend fenomeen onder de naam ‘backdraft’. We kunnen afwerend, geïrriteerd of onverschillig reageren op vriendelijkheid en compassie.

Reactie van een lezer:

“Het verhaal over de Trauma-paradox verschafte me, na een jarenlange zoektocht langs allerlei meditatie-opleidingen, eindelijk de sleutel tot meer begrip en compassie voor mezelf en mijn vele ervaringen van ‘me nergens ooit echt op mijn gemak voelen’. ‘Eindelijk thuis!’, verzucht ik nu regelmatig bij mezelf.”

Elisabeth Ouborg, opsteller en coach

Hoe kun je hiermee omgaan als trauma-geïnformeerde trainer?

Je kunt ten eerste neuro-educatie geven over de trauma-paradox. Daarnaast kun je tijdens het begeleiden van een meditatie of co-regulatie-oefening benoemen dat geïrriteerde, cynische of onverschillige reacties ook waardevolle informatie is in het onderzoek naar veiligheid en onveiligheid. Respect en begrip voor afwerende reacties zijn hier cruciaal.

Zo kunnen we onszelf en de mensen die we begeleiden helpen langzaamaan terug te keren naar onze oorspronkelijke gezondheid, gemaakt voor een dans van leren en groeien in het samenleven met anderen.